-
1 freisprechen
freisprechen2 〈 ambachtelijk〉het diploma, getuigschrift van gezel, vakman uitreiken aan♦voorbeelden:1 jemanden von Eigensinn nicht freisprechen können • iemand van eigenzinnigheid niet kunnen vrijpleiten -
2 innocenter
innocenter [ienossãtee]♦voorbeelden:1 la déclaration innocenta l'accusé • door de verklaring kon de onschuld van de verdachte worden aangetoond1. v1) vrijspreken2) verontschuldigen, excuseren2. s'innocenterv -
3 uncensurable
adj. niet af te keuren, niet te veroordelen; niet te beschuldigen, niet schuldig te verklaren -
4 uncondemnable
adj. niet te veroordelen, niet schuldig te verklaren, niet te beschuldigen -
5 explication
explication [ekspliekaasjõ]〈v.〉1 uitleg ⇒ uiteenzetting, verklaring2 rekenschap ⇒ opheldering, verantwoording♦voorbeelden:explications jointes à un texte • verklarend commentaar bij een tekstdemander des explications à qn. sur qc. • iemand vragen om iets uit te leggendonner l'explication de qc. • iets verklarenfournir des explications • uitleg gevenje n'ai pas d'explication à vous donner • ik ben u geen verantwoording schuldigdemander des explications à qn. sur qc. • iemand ter verantwoording roepenje vous dois des explications • ik ben u een verklaring schuldigpas d' explication, obéis • niet tegensputteren, doe wat ik zegavoir une explication avec qn. • iemand opheldering geven, vragen; woorden hebben met iemandf1) uitleg, verklaring2) rekenschap, verantwoording
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский